De kerkeraadsvergadering van 20 juni 1721

 

Op deze foto van de kerk van Oterdum is deze nog in gebruik. De maker van de foto is niet bekend, deze is afkomstig uit de verzameling van de webmaster. Het is mogelijk een ansichtkaart geweest.

Op deze foto van de kerk van Oterdum is deze nog in gebruik. De maker van de foto is niet bekend, deze is afkomstig uit de verzameling van de webmaster. Het is mogelijk een ansichtkaart geweest.

 

Op 20 juni 1721 wordt een bijzondere kerkeraadsvergadering in Oterdum gehouden, waarbij de pastor van Farmsum, H. Thermoij, de beide ouderlingen E. Claes Jansen en E. Reint Simons, alsmede E. Jannes Popkens, boekhouder van de 'arme goederen' aanwezig zijn. Afwezig is diaken E. Jan Reerts. In deze vergadering worden de dames Hille Gosens, en Rikste Geertster ter verantwoording geroepen omdat ze zich schuldig zouden hebben gemaakt aan 'opschudding, aanstoot en liefdoze opmerkingen'. Een en ander zou niet alleen bij gerucht naar buiten zijn gekomen, maar ook enkele ledematen zouden dit gehoord hebben uit de mond van beide dames zelf. Onderstaand het orignele verslag uit het Register der Ledematen van Oterdum. Dat de pastor van Farmsum er bij vertegenwoordigd is en niet die van Oterdum, ligt in het feit dat Oterdum op dat tijdstip niet zelf beschikt over een pastor (dominee).


'Dese Consistoriale vergadering is gehouden ten daege der Proefpredicatie, wanneer nevens de pastor van Farmsum H. Thermoij.
De beide ouderlingen namentlijk de E. Claes Jansen , de E. Reint Simons, Ende de E. Jannes Popkes boekhouder der arme goederen present waeren Manquerende alleen de E.  Jan Reerts als diaken.

Met den gebede dese Consistoriale vergaederinge geopent sijnde, heeft dese vorengen pastor openinge gedaen van het gene, niet alleen dat dnus M. Croons pastor tot Heveskes, maar ook van ’t gene hem in ’t besonder in visitatione voorgekomen was; naementlijk, hoe hem bij nae van een ijder, in het kerkdorp wonende, voorgehouden was, dat van een en ander persoon door lightvaerdige veroordelinge van haere Evennaesten, ende liefdeloose uijtdruckingen, een besondere aenstoot, en opschuddinge in dese Gemeijnte was veroorsaekt, en wel in specio, dat sigh daeraen schuldigh gemaekt hadden eenen  Hille Gosens, ende eenen Rikste Geerts, het
welke de meeste ledematen seijden gerughts wijse gehoort te hebben dogh eenioge weijnigen betuijghden sulks uijt den monde van die twee genoemde vrouwens selfs gehoort te hebben, en wel so, dat sij het in’ t particulier, en onder vier ogen (als men seght) tegen haer gesproken hadden, naementlijk dat se eeuwigh verdoemt waeren, en op het kantje van de helle gingen, en dat het so ook met de meeste Ledemaeten van de Gemeijnte tot Oterdum gestelt waer, omdat se naementlijk de tekenen van de wedergeboorte niet en hadden; om welke redenen den pastor van Farmsum ook dese Hille Gosens ende Rikste Geerts geciteert hadde om voor dese vergaederinge te verschijnen, ende verantwoordinge van dit haer stout en onchristelijk bestaen te des te meer omdat dese opschuddinge ter oiren van het Eerw: Classis van Appingedam gehouden sijnde, door een Classicale acte in dato den 18 Junius 1721 (dit ook voor gelesen wierde) geauctoriseert hadde om op dese saeke sigh naukeurigh te informeren, en nae bevindinge van dien te doen
uijt naeme van ’t Eerw: Classis ’t gene tot wegheninge van ergernisse herstellige van Christelijke liefde nodigh en dienstig soude wesen.

Art: 3. Hille Gosens ende Rikste Geerts voor dese vergaderinge verschenen sijnde, is haer beijden voorgehouden dat gene waer van sij beschuldight wierden, en in de vorige art: vermelt is; waer op sij antwoorden sulks alles enkele onwaerheden te sijn, als die sigh noijt aen diergelijks taele hadden schuldigh gemaekt, en dat sij wenschten te weeten wie dat haere beschuldighers waeren, die immer ook hier behoorden tegenwoordigh te sijn.

Art: 4. Hierop voerde haer de pastor van Farmsum tegemoed, dat se uit gemeen hier van beschuldight wierden van alle de ledemaeten in het kerkdorp gerughtswijse, en wel besonder van eenige weijnigen, als tegenwelke sij sulks mondelingh, dogh onder vier ogen geseght hadden, dat het daerom onnodigh waer die alle hier te doen Compareeren; dat hij als predicant, die de visitatie gedaen hadde, en tegen welke sulks geklaeght waer, hier in gelove meriteerde; dat sij eens in haere eijgene Consciëntie souden hebben in te treden , en herdenken, of sij niet op een melkpadt, of in het land tegen dese of gene, so een ongesoute taele gevoert hadden, en dat die haer als dan genoegh soude overtuigen; eijndelijk, dat het gansch niet dienstigh waer, die weijnighe te noemen tegen welke sij so een taele gevoert hadden, dewijle sij het ( als onder vier ogen geschied) dogh souden logenen, tot kijvagie, en mogelijk eenen doodelijken sont tegens de selven souden vervallen, en so soude de laeste ergernisse nogh erger wesen, dan de eerste.

Art: 5. Dit alles in ernstige overweginge genomen sijnde, en bevindende dat er geen overtuigende bewijsen konden gevonden worden , schoon men eghter seer wel bespeuren konde, dat de beschuldigden niet geheel onschuldig waeren, is goedgevonden, dat men haer eenige vraeghstucken soude voorstellen welke sij in Consciëntie, en als voor Gods aengesighte in tegenwoordigheijd van dese vergaederinge souden hebben te beantwoorden, het welke so sij gewillig deeden, souden sij versoght worden te gaen tot den taefel
des Heeren, met bedreijginge, dat so sij int toekomstige van diergelijke beschuldigingen, als desen konden overtuight worden, men als dan op eene gehele andere wijse kerkelijk met haer soude handelen, welke haer mogelijk niet aengenaem soude sijn.

Art: 6. Dit dan de opgen: voorgestelt sijnde, seijden sij beijden bereijd te wesen om de vraeghstucken aen te horen, ende so als geseijd, te beantwoorden.

Art: 7. Hierop dan wierde van den Pr. van Farmsum, aen Hille Gosens, ende Rikste Geerts gevraeght.
1) of sij de boeken van het O. en N.T. niet erkenden voor het suijvere en waere Woord Gods.
2) of sij dat woord niet als den eenigen regel des geloofs en leven erkenden, en aennamen,
3) of de leere, die Conform dit woord in de waere gereformeerde kerken, en selfs in dese kerke van Oterdum, waer van sij selfs Ledemaeten waeren geleert word, niet erkenden als een leere der waerheijd, die nae de Godzaligheijd is, en andere leeringen, die daer niet mede overeenquamen, van herten verfoeijden, en tegelijk voornemens waere bij dese van haer eenmael aengenomene suijvere leere ten eijnde haeres levens  te vol harden,
4) in ’t besonder, of sij ook geloofden, dat al die genen, die dendage, uijre, en wijse van haere wedergeboorte niet wisten aen te tonen geen waere wedergeborenen en waeren, en dat het haer soude vrijstaen de sulken, die de vermeijnde tekenen van wedergeboorte niet en hadden, te veroordelen en te verdoemen.
5) eijndelijk, of sij niet en beloofde sigh te sullen onthouden van het veroordelen en verdoemen van haere evennaesten, en haer naukeurigh in ’t toekomstige waghten van alle liefdeloosheijd en ergernisse te betonen en te geven aen deselven.

Art: 8. Al het welke stukswijse so van meergen beantwoord wierde, dat dese vergaederinge daer genoegen in vond; waer op den pr: haer beijde dan genodight hebbende tot het gebruijk van de H: Bond. Zegelen haer met eenen ernstige vermaende, sigh voor het toekomstige voorsightigh te draegen, wel mogende versekert sijn, dat so diergelijke beschuldigingen, als dese, haer souden komen bewesen worden, men dan tot haer leetwesen op eenen gehele andere kerkelijke maniere met haer soude moeten handelen; en dat sij ook niet hadden te denken, dat dit alles van hem als predicant, die de visitatie en proefpredicatie gedaen hadde, in ’t particulier om dese of gene  reden geschied, maer dat sulks van hem Pr: voornt: verrightet wierde als speciael daer toe van het Eerw: Classis van Appingedam gevolmaghtight, om alle verdere onlusten in dese Gemeijjnte voor te komen so verre mogelijk is, en tot bewijs van sulks wierde haer de Classicale volmaght voorgelesen.

Dit nu alles verright, en door Gods genade niets van belangh verders voorgekomen sijnde, is dese vergaederinge met hertelijke dank segginge tot God gescheijden.

H. Thermoij
….. in Farmsum '

 

Noten, bronnen en referenties:

Uit: 'Ledematenregister Oterdum'. Uittreksel uit 'Kerckelijke en Consistoriale Acten'.

www.lidmatengroningen.nl.



Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 2 augustus 2017.

Revisie: 19 april 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga.

Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top